25 september 2010:
reünie en presentatie van het boek Adieu,
Adieu O Uden.
Naar Uden gaan heeft voor mij altijd iets nostalgisch, zes belangrijke jaren van je leven heb je er doorgebracht en je denkt steeds weer terug te keren naar iets van vroeger. Maar jij bent veranderd en het Uden van toen bestaat niet meer. Het Kruisherencomplex staat er nog en oppervlakkig gezien is het nog als toen, maar het klooster is geen klooster meer en het college werd een woongebouw.
Alleen de kapel bleef bijna onveranderd en ”Zij” glimlacht ons daar nog
altijd toe vanaf haar verheven troon. De grote kerk staat er nog, maar het is
net of uit dat stuk van het dorp de levendigheid verdwenen is. De dorpse
bebouwing van de jaren vijftig van de vorige eeuw is hier en daar nog wel
herkenbaar, maar lijkt toch onder de voet gelopen te zijn door steedse
nieuwbouw, aan de basis waarvan een heel legertje projectontwikkelaars lijkt te
hebben gestaan, met wisselende inzichten, opvattingen en belangen. Het is vooral
allemaal groot en uitgestrekt en het stemt een beetje treurig. Zeker dat
busstation, groot, maar meestal leeg. Uden houdt niet van het Openbaar Vervoer.
In deze stemming van frustratie en lichte irritatie kwam ik ook die zaterdag 25 september in Uden aan, op dat busstation en ik ging op weg naar Schepenhoek 101, naar Het Udens College ofwel de ”rooie school”. De route was lang en voor mij totaal onbekend. Bijna niemand op straat. Toen ik al een heel eind gelopen had - ik wist niet dat het dorp zo groot was - sprak ik twee jonge mannen aan en vroeg of ik zo op weg was naar het Udens College, ”please English”, zeiden ze met een Oost-Europees accent, ”Oh yes, College, big building straight on”. Ik zat in de goede richting. Ik vond de school en werd bij de ingang meteen hartelijk welkom geheten door Kees Mettes.
Binnen waren al een aantal reünisten aanwezig. De vertrouwde koperen
letters: ”Collegium S.S. Crucis” tegen een van de muren in de entree
aangebracht, waren als een tweede welkomstgroet en sloegen meteen een brug naar
het oude college. De dag kon beginnen. Er was koffie, er was een interessante
fototentoonstelling, er was een hartelijke Luc van den Brule, directeur van de
sector havo/vwo en straks zou
De zaal liep vol, veel bekende en onbekende gezichten, maar allemaal ooit
Udense jongens, dus ”goei vollek”. Een enkeling had zich genoodzaakt gezien zijn
levensgezellin mee te brengen. Ook zij werden opgenomen in de warme en
hartelijke sfeer.
Ik mocht een korte inleiding houden, die ik hier laat volgen.
‘Het is al weer ruim vijf jaar geleden, dat op de reünie van onze
oud-studentenclub OSC-OSC door Jan den de
Met voortvarendheid zijn we aan het werk gegaan. Natuurlijk was ons
allereerste vertrekpunt onze eigen herinneringen aan en waardering voor de
genoten opleiding. Jan van den Bosch is de architect van het boek. Hij is een
meester in het ontwerpen van schema’s, die zonder al te veel problemen steeds
weer bijgesteld konden worden. Hij was daarnaast altijd de sturende kracht op de
achtergrond, die afspraken en deadlines nauwgezet in de gaten hield. Hij was, in
tegenstelling tot Kees en mij niet zo heel gelukkig geweest in Uden, maar het
wonderlijke is, dat naarmate het werk vorderde zijn enthousiasme steeds groter
werd. Binnen ons trio waakte hij impliciet over een zo groot mogelijke mate van
objectiviteit.
Veel is opgetekend en bewaard, veel is ook voorgoed verloren gegaan. We
hebben een beroep kunnen doen op jullie en een groot aantal heeft ons van zeer
waardevolle informatie voorzien. Die geven we door middel van deze publicatie
door. Met heel veel plezier hebben we gedrieën – en op gezette tijden deskundig
bijgestaan door
Het is ‘Adieu, Adieu o Uden, maar we lieten het herte daar.’
De eerste exemplaren werden aangeboden, aan de directeur van het UC, die in zijn dankwoord de band met het oude college nog eens memoreerde en aan de vertegenwoordiger van de Kruisheren, R.D. Jan Rooijakkers, die voor deze gelegenheid in habijt gestoken was. Hij was zeer dankbaar.
De eerste exemplaren
werden door de zaal met bewondering gade geslagen en toen de verkoop eenmaal
gestart was, ontstond er een ware run op het boekenstalletje, met zoveel
toewijding gerund door leerlingen van het UC. De boeken vlogen weg als warme
broodjes.
Adieu, Adieu o Uden,
maar we lieten het herte daar.