HERINNERINGEN EN FOTO’S VAN HANS VAN DIJK
Hans van
Dijk (1952-1958) stuurde ons een aantal heel leuke foto’s, die we hieronder
publiceren. Op ons verzoek stuurde Hans ook een aantal herinneringen aan zijn
tijd op het college. Ook vertelt Hans een en ander over zijn muziekcarričre.
HERINNERINGEN
In de zomer
van 1952 kwam ik, Hans van Dijk, drie jaar jongere broer van Jos, met mijn
moeder en opa naar Uden om toelatingsexamen te doen. Als je slaagde ging je naar
de Kleine Figuur. Waren de resultaten wat pover, dan werd je de Voorbereidende
Klas geadviseerd. In de bus tussen Den Bosch via Veghel naar Uden troffen wij
Jacques van der Klaauw met zijn moeder. In de Kleine Figuur kwamen wij toevallig
bij elkaar in
Opmerkelijk:
er waren drie tweelingen in onze groep eerstejaars, de gebroeders van Wim en Leo
van Beurden, John en TonWillems en Bert en Frans Zonnenberg. Mijn beste
herinneringen aan de Udense jaren? Onnoemelijk veel beste herinneringen. Probeer
ik het collegegebeuren samen te vatten in het ontvangen van ‘kennis’ en
‘vorming’ dan springen mij verschillende personen weer in 't oog die heel
belangrijk voor mijn latere leven zijn geweest. Vergeleken met Jos, mijn broer,
was ik een duidelijk minder briljante student, minder serieus of (zoals ik later
bij mijn eigen leerlingen wel eens verzuchtte) minder gemotiveerd. Ik had, denk
ik, een concentratieprobleem, maar leraren als De Kees (van der Lans), Pa de
Wilt en Brouwers hebben op mij een grote indruk gemaakt, al dreef ik ze wel eens
tot wanhoop. Het door leraren overdragen van ‘kennis’ vond ik niet zo belangrijk
als allerlei zaken die meer met ‘vorming’ te maken hadden.
Daarmee
verklaar ik dat ik de vrije tijd en wat daarin gebeurde meer koesterde dan de
lessen. Creatieve activiteiten als tekenen en muziek waren mijn favorieten. De
muziek, die later mijn leven zou worden, mocht ik al van het eerste jaar
beoefenen in de vorm van pianoles. Ik ging klarinet spelen in de harmonie,
totdat die in 1954 verdween door brand op de harmoniezolder. Voordat mijn
stembreuk zich aandiende deed ik mijn
best om bij het koor te mogen, maar Brouwers vond mijn jongensstem niet
geschikt. In de Grammatica werd mijn pianoles, na herhaald aandringen bij meneer
Brouwers, omgezet in orgelles. Beginnend met de begeleiding van het Salve Regina
na de morgendienst klom ik langzaam via het Ziekenlof op tot organist van
bijvoorbeeld de Vespers en Completen. De moeilijkere muziek verzorgde A. Vink,
die mij ook klavierlessen gaf nadat Brouwers prior was geworden.
Toen in mei
1958 voor mij duidelijk werd dat kruisheer worden geen haalbare kaart was,
hebben mijn ouders en ik ons laten adviseren door prior Brouwers, die ons op het
bestaan wees van het Nederlands Instituut voor Katholieke Kerkmuziek te Utrecht.
Daar maakte ik kennis met wat we nu nog de kerkmuzikale aartsvaders van
Nederland mogen noemen. Orgelles van Albert de Klerk, theorie, analyse en gehoor
van Herman Strategier en Bernard Bartelink, koordirectie van Hans Ponten.
Na die
studie Orgel en Koordirectie begon ik als 21-jarige aan mijn eerste baan als
dirigent-organist in de H. Hartkerk in Maarssen, nadat ik tijdens mijn studie
een aantal jaren (dankzij mijn Udense muzikale ervaringen!) in het Huis van
Bewaring in Utrecht het orgel had bespeeld. In 1965 trouwde ik met Elly en in
1967 werd onze eerste geboren: een zoon, die later nog een broer en een zusje
kreeg, en die als cellist werkzaam is aan enkele muziekscholen. Ook in 1967
verhuisden we naar Deventer, waar ik dirigent-organist werd aan de Joh.
Vianneykerk en daarbij muziekleraar in het Voortgezet Onderwijs, waarvoor ik ook
in Utrecht mijn diploma had gehaald. Het Deventer Katholiek Mannenkoor stond
enige jaren onder mijn leiding.
Het
schoolwerk nam mij zo in beslag dat er van klavierstudie bijna niets meer
terecht kwam. Om dit probleem op te lossen ging ik klavecimbel studeren aan het
conservatorium in Zwolle. Het werd mijn vierde diploma in de muziek, waarvoor ik
in 1978 examen deed. Van 1984 tot '94 was ik dirigent-organist aan de
Martinuskerk in Twello. 1994 was ook het jaar dat ik met alle werkzaamheden
moest stoppen. Ik had, denk ik, wat veel van mezelf gevraagd.
Op dit
moment ben ik in Schalkhaar (weer) kerkkoorleider en begeleid waar nodig, veelal
in Deventer, kerkkoren. Ik word nog wel eens gevraagd voor het spelen van uitvaarten en/of huwelijksdiensten.
Een van mijn laatste uitvaartdiensten was die voor Hans Beukeboom, eind januari
van dit jaar. Het was ronduit heerlijk om weer eens op het orgel waarop ik mijn eerste lessen kreeg te mogen spelen.
En zo ben ik
weer terug in Uden. Ik wacht nog even met Adieu, adieu..., tenzij het even
definitief is als toen we het vroeger zongen voor we op vakantie gingen!
Mei
2008/Hans van Dijk.
FOTO’S
Het Herendagbestuur, zomer 1953, bestaande uit studenten van de Poësis
en Rhetorica 1952-1953. Bovenop de galerijtjes, waarin de pingpongtafels
stonden, had deze club een Alpenlandschap gebouwd en vanaf die plaats
zongen ze ons toe. De foto hieronder toont een flink deel van de Heren
docenten, die - sigaren rokend - het spektakel volgden. |
Van links naar rechts Leijen, Gielissen, Nijkamp, Van Vroonhoven, Francino, School, prior Vergeer, rector Bakker, Scheerder, Pannebakker, Vollaers, De Wilt, Van Leeuwen jr., Oostendorp, Coenen en Van Oort. De Heren zitten tegen de achtergrond van de grote ingang van het college. Vanwege de restauratie van de badkamers en het bouwen van de nieuwe douchecellen stond het gebouw aan de courzijde in de steigers, hetgeen door de feestcommissie weer gecamoufleerd was met lakens, beschilderd met ramen en in het midden een gordijn. |
Boekenzaal bij het begin van het schooljaar 1953-1954 met de Heren Gielissen en Van der Lans. |
15
mei 1954: brand op het college en in dezelfde zomer alweer de
restauratie. |
Sinterklaas 1954, verzorgd door de Rhetorica. De Sint (Chris Aarts) kwam uit de walvis stappen. Verder min of meer herkenbaar: R.D. Coenen boven op de vis, Jan Rooijakkers, Bert Wolters, Hans Nieuwkamp, Jos van Dijk (mijn broer, met wit boordje als secretaris van Sinterklaas), Jos Nabuurs, Bert van de Ven, Frans Vermeulen, Leo Erken, Jaap Dekker, Nico Kolken en helemaal rechts Henk Donker. Vóór de vis links Simon Laôut en Jan Westerlaak - als zeemeermin. |
Het Herenvoetbalteam, zomer 1956. Opstelling: in het doel: Vink, rechtsback: Salman, linksback: Van den Elsen, stopperspil: Nillisen, rechtshalf: Villevoye, linkshalf: Van Oort, rechtsbuiten: Raaijmakers, rechtsbinnen: Sips, midvoor: Leijen, linksbinnen: Gielissen en linksbuiten: Coenen. |