Herinneringen aan mijn tijd in Uden van 1956-1964

 

Jan van Wanrooij woont al bijna twee decennia in Chula Vista, Californië, in de Verenigde Staten van Amerika, dicht bij de Mexicaanse grens en de stille Oceaan. Op verzoek heeft hij zijn Udense student-tijd-beleving globaal op papier gezet. Hij was van 1956 tot 1964 student op het College van het Heilig Kruis in Uden. Met zijn instemming plaatsen wij zijn verhaal hier op onze website. Ook hebben wij een aantal foto’s opgenomen die Jan ons toezond.

 

                                                                 

In 1956 begon ik mijn studie aan het College van het Heilige Kruis. Via het seminarie van de wereldheren, waar ik een jaar verbleef, ben ik in Uden terechtgekomen. Ik kan wel stellen dat ik niet tot de meest intellectuele studenten heb behoord, hetgeen mij echter niet gefrustreerd heeft. Als persoon had ik altijd gemakkelijk omgang met andere mensen. Ik ben wel altijd gevoelig geweest voor onrecht. Ik ben waarschijnlijk het beste bekend vanwege mijn liefde voor muziek. Het was een hobby die me gezond van geest hield. De collegetijd was ook de tijd waarin onze puberteit plaats vond. Hieraan werd voor zover ik me kan herinneren nauwelijks aandacht aan besteed. We leefden zeker in een vrij beschermde omgeving, zodat excessen in het algemeen niet plaats vonden. Mijn dag bestond uit bidden, studeren, hobby’s uitoefenen, eten en slapen. Mijn godsdienstige achtergrond werd, behalve door mijn ouders, uiteraard het meest gevormd gedurende mijn studententijd in Uden en St. Agatha, waar ik na Uden verbleef.

 

 

 

Wat mijn sportactiviteiten betreft speelde ik graag in het collegehockeyelftal (linksbuiten), totdat de coach me uit het elftal gooide vanwege een heftig meningsverschil. Ik geloof ook dat daarna mijn rebelse natuur voor mijzelf duidelijker werd, die ik nog steeds bezit als gevolg van een aantal onrechtvaardige ervaringen.  Maar de meest geliefde hobby was wel pianospelen en een koor dirigeren. Ik kreeg uitstekende pianolessen van Pater Albert Vink en werd ook door Pater Harrie Brouwers actief geïnspireerd.  Hij was “meester” op het orgel en de piano.  Ik herinner me nog dat hij me een keer het jongenskoor liet dirigeren (Halleluia van Händel).  Ik vormde mijn eigen koor en ben er ook trots op dat ik een groep a-muzikale studenten een klassiek werk kon laten zingen.  Ik heb in mijn collegetijd twee pianoconcoursen gewonnen en heb met Pater Albert Vink een gedeelte uit het pianoconcert van Haydn gespeeld. Verders was ik in gezelschap van twee goede musici, t.w. Leon Crebolder en Peter Martens. Mijn andere activiteiten buiten het College waren:  in 1960 fietsten we naar Ehrenstein in Duitsland. We ondernamen daar een 35 km wandeltocht door de bossen van die stad. Ik herinner me dat ik tijdens het voorbereiden van een maaltijd een ijzeren pollepel brak terwijl ik pap aan het koken was.  In 1961 nam ik deel aan een Bouwordeproject onder leiding van Pater Albert Vink. In het kader van hetzelfde Bouwordeproject gingen we in 1962 naar Troyes in Frankrijk en in 1963 naar Erlangen in Duitsland. Ik heb bij al die projecten zeer genoten van de hulp aan diverse lage inkomensgroepen. Tot slot kan ik zeggen dat ik de Udense tijd als positief ervaren heb, alhoewel het zeker voor verbetering vatbaar was.

 

 

 

Na de Udense tijd (in 1964) ging ik naar het klooster van de Kruisheren in St. Agatha, waar ik de kleine geloften heb afgelegd. In 1966 verhuisden we naar Amsterdam waar ik in 1968 als eerste definitief het klooster verliet. Uiteraard was dit pas mogelijk nadat ik van Rome dispensatie van de kleine geloften had gekregen, welke in het Latijn verwoord was. De laatst genoemde perioden vallen echter buiten de scope van Udense studententijd. Misschien kunnen we daar later over praten. Ik wens alle oud-Udense studenten een gelukkig en gezond 2008 toe. 

 

 

 

Januari 2008/Jan van Wanrooij-John A. van Wanrooij

Florida