MET HET HELE COLLEGE NAAR DE EXPO ‘58

 

Jan van den Bosch

 

         Proloog: we weten er nog maar weinig van

 

Vijftig jaar geleden werd de Expo ’58 gehouden. Bij wie er geweest is spreekt de wereldtentoonstelling van 1958 te Brussel nog steeds tot de verbeelding. De Spoetnik, het speciale Expo-ijsje, de kabelbaan, de kleurentelevisie, stuk voor stuk beelden en smaken die onlosmakelijk verbonden zijn met herinneringen aan de Expo. Ook onze schoolleiding vond een bezoek blijkbaar een belangrijke bijdrage aan onze algemene ontwikkeling. Bovendien was het te doen om in één dag op en neer naar Brussel te reizen. Daarom werd besloten met het hele College van het H. Kruis, met alle Heren en jongens, in een konvooi van touringcarbussen van Van Dongen’s Tours uit Zeeland vanuit Uden naar Brussel te reizen.

 

Met deze autobussen van Van Dongen’s Tours uit Zeeland zijn alle Heren en studenten van ons College op 12 juni 1953 naar Maaseik in België vervoerd. (Je kunt daarover meer lezen op onze website in vertelling 5 van Jan Berns over Honderd jaar Kromstaf). Het is mogelijk dat dit een van de bussen van Van Dongen’s Tours is geweest waarmee we in 1958 naar Brussel zijn gegaan. Dit is namelijk bus 33 uit het bouwjaar 1958, kenteken SB 8733, geschikt voor 33 personen. De foto ontvingen we van via de heer Eric Walraven van Van Dongen Reizen in Zeeland van de heer Rinus van Dongen uit Zeeland. De kruisheren maakten, meen ik, destijds in voorkomende gevallen altijd gebruik van de diensten van Van Dongen’s Tours, bijvoorbeeld voor het vervoer van de Rethorica naar de Matheus Passion in Nijmegen.

                       

Over onze bijzondere uitstap met het hele College in 1958 naar de Expo in Brussel zijn weinig gegevens bewaard gebleven. Het is zelfs niet meer bekend op welke dag dat is geweest, waarschijnlijk aan het eind van het schooljaar, dus eind juni of begin juli. Er zijn ook nog maar een paar jongens die er zich iets van herinneren. Maar er doken toch nog enkele foto’s van die dag op. En we stuitten ook op de koeien van Van Nuland. Daarmee is het toch nog een acceptabel artikel geworden. Ik geef eerst een stukje uitleg over wat er op de Expo ’58 was te zien. Daarna volgt een paragraaf met de herinneringen die ik uit enkele jongens van toen heb geperst. Daaromheen laat ik allerlei leuke foto’s zien, die iets met ons dagje Expo te maken hebben. Ik eindig weer ‘thuis’ in Uden op het kersenfeest van 1958.

 

Drie affiches van de Expo in verschillende talen.     Speciale Expo-uitgave van het muntstuk van 50 francs. Ik kreeg het van mijn zus Leontine en haar man Wouter van het bekende Boschcoins.

 

 

 2.         Over de Expo en de koeien van oom Jan

 

De Expo ’58 was een wereldtentoonstelling in de Belgische hoofdstad Brussel. Ze vond plaats van 17 april tot 19 oktober 1958 op de Heizel. Het was de twaalfde wereldtentoonstelling en de eerste na de Tweede Wereldoorlog. De daaraan voorafgaande wereldtentoonstelling was georganiseerd in 1939 in New York. De Expo ’58 stond volledig in het teken van het geloof in vrijheid en vooruitgang, dat zo kenmerkend was voor de jaren vijftig en zestig. Het paviljoen van de >Sovjet-Unie was een van de grootste attracties, aangezien daar een replica van de eerste kunstmatige satelliet, de Spoetnik 1, was te vinden, de icoon van het in 1957. Op 4 oktober 1957 namelijk hadden de Russen de Spoetnik gelanceerd. Elke seconde klonken er toen eenentwintig dagen lang drie piepjes uit de ruimte. Daardoor verloren de Verenigde Staten ook een beetje de glans van hun technisch overwicht.

 

Affiche van de wereldtentoonstelling van New York in 1939 Na de opening op 17 april 1958 van de Expo in Brussel maakte koning Boudewijn van België samen met zijn broer Albert een rondrit over het uitgestrekte Expoterrein in een open Cadillac. Het futuristische paviljoen van Philips op de Expo.

 

                         

Het Nederlands paviljoen had een golfslagmachine en het meest geaaide geitje ter wereld. Bovendien was daar het paviljoen van Philips, een futuristisch bouwwerk van de architecten Le Corbusier (1887-1967) en Yannis Xenakis (1922-2000), waarin het multimediaspektakel Le Poème électronique was te horen. Op metershoge muren werden dia's geprojecteerd met afbeeldingen van de natuur, maskers van oude culturen, wapentuig, kinderen, volwassenen, bejaarden, steden, geboorte, leven en dood. De componist Edgar Varèse (1883-1965) liet in dit muziekstuk dat de ontwikkeling van de mensheid uitbeeldde allerlei geluiden horen: klokkengelui, geluiden van transformatoren of spanningsmeters, babygehuil, van alles. Revolutionair was dat het geluid dat de beelden ondersteunde van diverse kanten op de toeschouwers af kwam.

 

Waarschijnlijk weet niemand meer dat er ook Nederlandse koeien op de Expo te pronken stonden. En je zult het niet geloven, maar een er van, Cato, was afkomstig uit de veestapel van Jan van Nuland, oom van onze voorzitter Nic van Nuland. Nic vertelde me dat zijn oom Jan in Heeswijk bekend stond als een (te) vooruitstrevend landbouwer. Hij zou teveel stikstof strooien, maar door de goede resultaten verdween de scepsis en kreeg hij al snel navolgers. Later was hij ook voorstander van kunstmatige inseminatie, iets wat hem nog eens op een twee uur lange biecht bij pastoor Wouters kwam te staan. Op fokdagen wist hij met zijn koeien veel eerste prijzen in de wacht te slepen. De kroon op zijn werk was de uitnodiging om met een koe op de Expo te staan.

Opmerking van Thijs: ook van mijn vader stonden er twee koeien op de Expo.

 

Dit is Cato, de koe van oom Jan van Nuland, die in 1958 op de Expo in Brussel te pronk heeft gestaan. We kregen de foto van Chris van Nuland uit Alphen, zoon van Jan en neef van Nic. Cato werd geboren op 1 april 1944 en stond in 1955 ook op de grote tentoonstelling E55 in Rotterdam. Deze foto is in Den Bosch gemaakt op 5 oktober 1954. Je herkent Cato op deze foto meteen aan haar bevallige achterste. Achter haar met de alpinopet op zie je een jonge Chris van Nuland. Deze foto is genomen op de E55 in Rotterdam.

 

 

Het park van de Expo werd in een recordtempo opgebouwd, door bijna 15.000 arbeiders die in slechts drie jaar een gebied van 2 km² volbouwden in het Heizelpark, in het noord-westen van Brussel. Het terrein was het bekendst om het Atomium, een stalen constructie opgebouwd uit negen gigantische bollen die samen een 165 miljard keer uitvergroot ijzerkristal uitbeelden. Oorspronkelijk was het Atomium bedoeld om slechts gedurende de Expo overeind te blijven, maar het bleek het dermate populair dat het nooit tot een afbraak gekomen is. Na jaren van verval werd het recent grondig gerestaureerd en is het sedert februari 2006 weer open voor het publiek. Vandaag is het samen met Manneken Pis en de Grote Markt een van de bekendste toeristische trekpleisters van Brussel.

 

 Deze foto geeft een indruk van de grootse opzet van de Expo ’58 (foto Hugo Prein).  In het Russisch paviljoen met de Spoetnik (foto Hugo Prein).

 

Meer dan 42 miljoen mensen bezochten de wereldtentoonstelling, die door koning Boudewijn werd geopend met een oproep tot vrede en sociale en economische vooruitgang. Tijdens de Expo werden heel wat nieuwe producten voorgesteld. Veel van deze producten worden nog steeds gebruikt. Ook enkele voedingsproducten vonden op dat moment hun ontstaan. Zo bracht Côte d' Or een nieuw chocoladeproduct uit onder de naam ‘Dessert 58’. Deze chocolade was gevuld met praliné. Ook de softijs leerde men in België dankzij deze gelegenheid kennen. En een nog unieker ijsje kwam te voorschijn in de vorm van drie kleuren en smaken, tussen twee wafeltjes. Met enige verbeelding stellen de drie kleuren de Belgische vlag voor (bruin, wit en roze voor het zwart, geel en rood). Dergelijke fabrikanten kregen een hele sectie toegewezen op de Expo. Zie voor meer informatie: www.wikipedia.org/wiki/Expo_58 en www.expo58.eu. Op deze laatste site zijn verschillende filmpjes van toen te zien, waardoor men een goed overzicht krijgt van de Expo.

3.         Wat de Expo ons bood

 

Harrie van Rijbroek: ‘In het klimaat van de stap voor stap veranderingen in de tweede helft van de jaren vijftig - uit de verhalen die de ronde deden over andere klein-seminaria bleek vaak dat ons college niet van dat benauwde had, maar een open instelling aan de dag legde - kwam een collegetrip naar de Expo in Brussel, achteraf bezien, niet uit de lucht vallen, maar de aankondiging dat het hele college naar de Expo ging zorgde natuurlijk echt wel voor grote opwinding. Hoe die aankondiging gebeurde weet ik niet meer. De rector moet toch veel geregeld hebben: het vervoer, het eten en drinken, de indeling van de groepen, de grenspapieren, de toegangsbewijzen voor de Expo, enzovoorts. Ik weet niet meer of wij zelf een bijdrage aan de reiskosten en de toegangsprijs hebben moeten betalen.’ Misschien was er bij onze schoolleiding ook nog iets blijven hangen van de logistieke ervaring van het tripje met het hele College naar Maaseik vijf jaar eerder.

 

Op de foto hieronder kun je zien dat we het proviand voor de Expo-dag vanuit Uden hebben meegenomen. In ieder geval waarschijnlijk plastic zakjes met boterhammen en misschien ook wel flesjes met prikkellimonade. Op de foto is te zien dat jongens met kratten aan het sjouwen zijn met daarin het proviand. Waarschijnlijk hebben we dat bij onze aankomst in Brussel uitgedeeld gekregen. Je kon dus verder eten en drinken wanneer je wilde, denk ik. We liepen niet alleen met ons proviand te sjouwen, vermoed ik, maar naarmate de dag vorderde ook met folders en hebbedingetjes uit de paviljoens die we hebben bezocht. Hoe we dat meedroegen weet ik niet meer (tegenwoordig zou je allemaal een rugzakje om hebben) en waar het allemaal gebleven is nog minder.

 

Proviand voor naar de Expo. Van links naar rechts: Stan Cies’luk (op de rug gezien), Rudi Unen, Piet van Middelaar, …?... , Hugo Prein (op de rug gezien), Joop Padberg en gymnastiekleraar Prosée (foto Hugo Prein).  In de bus naar de Expo. Van links naar rechts: Hugo Prein, Fons Bogaartz, …?... (foto Hugo Prein).

                          

‘Wij moeten op de bewuste dag al zeer vroeg met de bussen zijn vertrokken’ zo vertelt Harrie van Rijbroek verder. ‘De reis ging via Tilburg, Breda en Antwerpen naar Brussel over drukke smalle wegen. Denk aan de dodemansweg Tilburg-Breda van drie rijstroken breed. De middelste strook was om te passeren; regelmatig reden auto’s zich daar tegen elkaar te pletter. Ik kan mij nog herinneren, dat wij in Breda  slierten jeugd tegenkwamen op de fiets op weg naar school. Dus zo rond half negen waren we al tot Breda gevorderd. Om een uur of half elf zijn we mogelijk in Brussel gearriveerd.’

 

De scherpste herinnering die ik zelf aan die dag heb is het moment waarop we aan de Driesprong bij de Hero Breda binnenrijden. Net op dat punt zie ik Riet Bakx, een vriendin van een van mijn zussen, vanuit Oosterhout naar haar werk in Breda fietsen. Ik zwaai van achteruit de bus naar haar en van verbazing rijdt ze tegen de stoeprand. De herinnering aan dat voorval is scherper dan bijvoorbeeld aan het bezoek later die dag aan het megalomane Russische paviljoen of de Congolese inboorlingen.

 

De Rijksweg 58, nog met drie rijstroken. Affiche van de Hero uit 1958. De naam Hero is een samentrekking van de achternamen van de stichters  Henkell en Roth, die in 1914 een conservenfabriek in Breda begonnen. Let op de letter r in de naam Hero: dat is een opengewerkt conservenblikje. Congolees kind te kijk op de Expo.

                         

Harrie van Rijbroek weer: ‘Het bezoek aan de Expo - het was gelukkig prima weer zag ik op mijn foto's - was natuurlijk overweldigend: je kwam in een wereld, die je niet kende, de overrompelende gebouwen, de mensenmassa, de sfeer, de uitstraling van het hele evenemententerrein en de vrijheid, die wij die dag genoten. Er ging een nieuwe wereld open. In de uitzending van het tv-programma ‘Andere Tijden’ over de Expo op 17 april 2008 (terug te zien op de site www.geschiedenis.vpro.nl met links naar andere uitzendingen en films over de Expo) en in uitzendingen op de Vlaamse tv heb ik mensen gezien, die woorden te kort kwamen voor wat zij, afkomstig van ‘de durpen’, in de grote stad Brussel hadden gezien. Veel wat zij zeiden kan ik alleen maar beamen.’

 

  

 Van links naar rechts: Mari Rooijakkers, Harrie van Rijbroek, Bert Zonnenberg, Wim van Beurden, Gerrit van de Rijt en Nico Havik. Op de achtergrond het Russische paviljoen (foto Harrie van Rijbroek). Op de trappen van het Russische paviljoen. Van links naar rechts: Frans Zonnenberg, Harrie van Rijbroek, Gerrit van de Rijt, Bert Zonnenberg (met wandelstok), Nico Havik en Mari Rooijakkers (foto Harrie van Rijbroek).

                           

Harrie van Rijbroek en zijn companen mochten als Poësisten zonder geleide vrij rondlopen en konden dus zelf de gehele dag hun programma bepalen. De twee laagste klassen stonden onder leiding van een Heer. Ik zat toen zelf in de Grote Figuur. Wij hadden toevallig R.D. Leijen, onze leraar aardrijkskunde, als voorloper. Vanuit zijn vak kon hij ons bovendien veel extra informatie geven. Op den duur begon dat wel te vermoeien, maar ons eigen plan trekken was er niet bij. Tot het laatst zijn wij achter onze leider de paviljoens in en uit getrokken om maar niets te missen.

 

Het Atomium (foto Hugo Prein).

 Zittend van links naar rechts: Arie van de Ven, Wim van Harmelen en Jaap Aartman. Staand Kees Mettes met de folder van het Russisch paviljoen (foto Kees Mettes).

 

 

                   

4.         Epoloog: Pinneke en z’n boterhammenzakske

 

Hoewel we ons niet veel herinneren van die dag op de Expo, staat het gebeuren als zodanig wel in ons (collectief) geheugen gegrift. We zullen wel moe geweest zijn toen we in Uden terugkwamen. Hans van Dijk vertelde me hoe hij en een aantal klasgenoten kort na het bezoek aan Brussel met 'Nijpie' (R .D. Nijkamp) wat zaten na te mijmeren over hun Expo-ervaring. ‘Bijvoorbeeld dat we er heel verbaasd over waren al de begeleidende Heren in een 'mensenpak' te hebben zien lopen. Dat zelfs Pinneke (R.D. School) daar in een zwart pak, wat eenzaam, rondfladderde met in zijn hand slechts het plastic boterhammenzakske. Waarop Nijkamp opmerkte: ‘Bij ons (hij bedoelde op 't klooster) zeiden ze: hij droeg zijn boterhammenzakje net als ie de ciborie altijd vast heeft ... !

 

Terug van de Expo ’58 was er het Udense kersenfeest. Van links naar rechts: Kees Groenendaal, Frans Lucassen, Hugo Prein en Henk van den Brand (foto Hugo Prein).  De haring moest worden geblust. Van links naar rechts: Kees Groenendaal, Frans Lucassen, Wim Overmars en Hugo Prein (foto Hugo Prein).

                           

Dat was alles wat we nog weten van ons uitstapje met het hele college naar de Expo ’58.
De eerstkomende wereldtentoonstelling is overigens in 2015 in Milaan.
Till we meet again …

 

Oosterhout, oktober 2008/Jan van den Bosch.