“Als de leraar binnenkomt,
staat men op”. Foto's van de dag bekijken
Aflevering 2, februari 2004
Zoektocht van Kees Mettes en janvdbosch@casema.nl naar het onderwijsprogramma van toen (aflevering 2, februari 2004)
“Dat wordt geen monnikenwerk, maar kruisherenwerk”, zucht Thijs Kappen, als hij de dozen met fotoboeken onder de arm neemt. Op 30 januari waren Kees en ik weer op het Udens College om de inventarisatie van de archiefstukken van het college uit de periode 1955-1965 af te ronden. Thijs was ook naar de “Rode school” gekomen om de foto’s te scannen uit de twee fotoboeken die we hadden gevonden. Een beetje zoeken leverde nog twee dozen met fotoboeken op. Thijs is er zoet mee, wij allemaal straks goed, want het is de bedoeling dat alles op de website te zien zal zijn. De langspeelplaat van het afscheid van Salman hebben we intussen op cd gezet. Ook die komt bij Thijs beschikbaar. En er is nog een cd over de kruisheren opgedoken. Intussen zijn Kees en ik klaar met de inventarisatie. Kees gaat die netjes uittikken. Hoe pakken we nou ons onderzoek naar het onderwijsprogramma van toen aan? We besluiten eerst een paar leuke verhalen te gaan schrijven. Het eerste zal gaan over de dagorde. Daar bleek vorig jaar in Sint Agatha heel veel belangstelling voor. Wat deden we op een gewone lesdag? En op zondag? We hebben nogal wat teruggevonden: leerplannen, lesroosters, een overzicht van de dagorde, zelfs wie van de heren op welk moment moest surveilleren. We herinneren ons bijvoorbeeld CIA-man Leijen.
In de “lijst van tot de onderwijsinrichting toegelaten personen” staat iedereen vermeld die op het college een rol speelde, van rector Salman tot aan broeder Karel en portier Pennincks. We zien dat bijvoorbeeld Van der Lans al in 1928 in Uden leraar Latijn is geworden. Hij was toen 25 jaar, een piepjong kruisheertje. Mijn oom Harrie van den Bosch heeft nog bij hem in de klas gezeten. Oom Harrie was in Uden van 1926-1932, tegelijk met Van Leeuwen, toen en ook later het beste jongetje van de klas. Oom Harrie wordt dit jaar 91 en ik denk dat hij de oudste nog levende oud-student van het college is. Daarom ga ik hem binnenkort nog eens bezoeken en er een verhaal over maken. Oom Harrie is – anders dan mijn Heeroom janvdbosch@casema.nl – weer “terug naar de wereld” gegaan. Heeroom is van 1921- 1927 in Uden geweest en daarna kruisheer geworden. Vervolgens is hij naar Amerika uitgezonden. In Onamia (Minnesota) hadden de kruisheren een klooster en seminarie. Heeroom is daar muziekleraar en prior geweest. Op vakantie hier is hij in 1968 onverwacht gestorven. Hij ligt begraven in Sint Agatha. Op internet kan je van alles over de kruisheren in Amerika vinden. Ze zijn daar al in de tweede helft van de negentiende eeuw naar toegegaan, eigenlijk als geestelijke verzorgers van de Oost-Brabanders, die in enkele golven in groten getale emigreerden vanwege de armoede als gevolg van de mislukte aardappeloogsten.
Voordat we weer vertrekken gaan Kees en ik nog even op zoek naar een van de weinige sporen die in het huidige Udens College van vroeger over is. Aan een bakstenen muur bij de hoofdingang hangen nog de smeedijzeren letters “Collegium S.S. Crucis”, die vroeger triomfantelijk de voorgevel van het college sierden. Het krioelt er van de jongens en meisjes uit de onderbouw, het lawaai oorverdovend, de belangstelling voor de letters aan de muur nihil. Onder de letters is een bordje aangebracht waarop valt te lezen: “De hierboven aangebrachte tekst heeft als opschrift gediend van het internaat van de kruisheren dat in 1924 geopend werd in de Kerkstraat in Uden (tegenwoordig een LHNO-school). De volledige tekst luidt: Collegium Sanctissimae Crucis (College van het Heiligste Kruis)”. Dat heb ik me nooit gerealiseerd, dat “Heiligste Kruis”. Het college heette in het Nederlands gewoon “College van het Heilig Kruis”, maar in het Latijn staat de naam in de overtreffende trap. Een merkwaardige ontdekking. Er zijn nog meer raadsels op te lossen. Zo ben ik met Nic van Nuland al jaren in discussie over de vraag of het college nu een vrij gymnasium was of dat je er alleen maar kwam als aanloop naar het priesterschap. Laatst heb ik met hem daarover nog een glas water gedronken.
“Houdoe”, roep ik tegen Kees als we het Udens College uitstappen. Bij de deur staat een leraar in de sneeuw een sjekkie te roken. Hij blijkt niks te weten van het college van vroeger, “want ik ben maar een invaller”. De kerk van Uden met de markante koepel staat in de steigers. Voor de kapel staat een lijkwagen. Ik schiet de A50 op.
Laatst gewijzigd: zaterdag 18 april 2009 |
Reacties: Jan van den Bosch |