“Als de leraar binnenkomt, staat men op” (6) 
Aflevering oktober 2004

Zoektocht van Kees Mettes, Nic van Nuland en janvdbosch@casema.nl naar het leven van toen op het college in Uden (aflevering 6, oktober 2004)

De stilte in de bibliotheek in Sint Agatha wordt wreed verstoord als Nic onverwachts een Grieks strijdlied aanheft. De galm van het uit volle borst gezongen lied golft door de kloostergangen, daalt de trappen af langs de kamer van de heer Sips en verspreid zich als een ochtendnevel over de graven van de generale oversten op het kerkhof.  Kees en ik zijn er stomverbaasd over dat Nic dat lied nog kent. Volgens hem hebben wij dat in de Grote Figuur van Hüsken geleerd. Nu komt goed van pas dat Kees naast de beoefening van zijn kunstenaarschap ook Grieks studeert. Hij laat Nic het lied nog eens zingen en nog een keer en schrijft de Griekse woorden op. Hij waagt zich ook aan een vertaling. Hieronder staat het resultaat. Hoogstens is Kees bang dat Jo van Hoek verbeteringen heeft. 

Opmerking van Thijs: vóór 'o τύρραννοσ moeten nog twee regels andere tekst! En μεγαλα
moet zijn: μεγαλοι . Vertaald dus: te wapen, te wapen, de groten en de kleinen (groot en klein).

Op 7 oktober zijn we met zijn drieën weer een dagje in Sint Agatha. In de pauze zitten we in de gastenkamer met ons plastic zakje met boterhammen. We hebben het hoogste woord over het collegeleven van vroeger. Mieke, Jacques en Joop, die voor ons dossiers klaarzetten en koffie en thee inschenken zijn gedwongen toe te luisteren. Nic vertelt nog eens het verhaal over prior Brouwers die zijn moeder overhaalt Nic naar Uden te laten gaan omdat dat een vrij college was. Je hoefde er geen priester te worden. Volgens Kees en mij was Uden wel degelijk een priestercollege. Later op de dag thuis vind ik door stom toeval in mijn archief een wervingsfolder van het college uit mijn tijd. Daar staat het: Uden leidde uitsluitend op voor het H. Priesterschap. Nic is destijds gewoon geronseld. Ik druk het voorblad van die wervingsfolder als bewijs hierbij af. 

Onze artikelenserie over het leven op het college in Uden vordert. We hebben eerder al artikelen geschreven over onze leraren en onze studieboeken. Kees heeft nu ook een artikel klaar over de dagorde en gaat een artikel schrijven over examens en toetsen. Nic is bezig anderen te zoeken voor artikelen over culturele uitingen en over sportbeoefening. Zelf ben ik de clubjes aan het inventariseren die zich met vorming bezig hielden, van de literaire kring Alfred Rodenbach via de Missieclub Sint Paulus tot de redactie van Klankbord. En nu maar hopen dat onze artikelen en verslagen allemaal op de website van de oud-studenten openbaar worden gemaakt en ze ook werkelijk worden gelezen. Tot nu toe ontvingen wij geen enkele reactie. Maar we gaan gewoon verder, alleen al voor ons eigen plezier. 

Rijen, oktober 2004,
janvdbosch@casema.nl.