Wordt vervolgd ...

  terug naar publicaties werkgroep   


 “Als de leraar binnenkomt, staat men op” (9) 

Verslag van de zoektocht van Kees Mettes, Nic van Nuland en janvdbosch@casema.nl (de werkgroep Mettes) naar het leven van toen op het college in Uden
(aflevering 9, april 2005)
 

Ik kijk naar Kees. Als bij ingeving van de Heilige Geest valt me te binnen hoe papabel hij is. We zitten die 14e april in de nog maagdelijke nieuwbouw van het klooster in Sint Agatha. Het is er stil en licht en sereen. Een paus moet zijn talen kennen. Kees spreekt naast Nederlands vloeiend Latijn en Grieks. Denk maar aan het Griekse strijdlied van een paar verslagen geleden. Een paus moet charisma hebben. Kees is een gevierd kunstenaar. Mensen zijn direct onder de indruk van zijn meeslepende persoonlijkheid. “Het is heel inspirerend om met Kees te praten. Ik heb het gevoel dat hij zich tot mij persoonlijk richt”, bekende Marga, directeur van Sint Agatha (zie foto). Tenslotte moet de paus een voorbeeld-gelovige zijn. Hoewel Kees dat liever niet heeft, trekken mensen zich aan hem op.. 

Kees en Marga

Nic kon weer niet, maar dat wil niet zeggen dat hij afwezig is. Hij vult alle ruimten. Hij stond al in Klankbord toen hij nog maar net in Uden was. In het kerstnummer van 1956 doet hij op een olijke manier verslag van de speurtocht van de Kleine Figuur. “Ik werd ’s morgens wakker. Het eerste wat je hoorde was die akelige bel. Elke morgen hetzelfde vervelende karwei: opstaan!”. Nic, kerel als hij is: “Maar ja, daar wen je wel aan”. In die tijd had Nic nog een goede verstandhouding met boven: “Eindelijk het handgeklap. Naar de kapel. Eerst O.L.Heer begroeten. Anders gaat het niet”. Er waren die dag nog vele belemmeringen alvorens de speurtocht kon aanvangen: vis met graten, bed opmaken. De speurtocht voerde naar Slabroek waar de vlag moest worden veroverd. Noord tegen Zuid. Nic: “Ik was natuurlijk zuiderling”. Die wonnen ook, alleen al omdat R.D. de Wilt meedeed. Nic zat er helemaal door: “Ik had geen macht meer. Maar toen het college in zicht kwam kreeg ik weer moed”. 

Ik heb na de diploma-uitreiking op het college in 1962 weinig meer met de kruisheren te maken gehad. Maar sinds een paar jaar is alles kruisheer wat de klok slaat. Met Kees en Nic heb ik al vele dagen zoek gebracht in Uden en Sint Agatha met het verzamelen van informatie over het college. We hebben van onze artikelenreeks ook al drie artikelen klaar (zie daarvoor elders op deze website). We zijn nu materiaal aan het verzamelen over muziek, toneel en film op het college. De Heer Albert Vink helpt ons daarbij. Verder wijden we intussen ook onze beste krachten aan het bestuur van de oud-studentenvereniging OSC-OSC en aan de voorbereiding van de reunie op zaterdag 4 juni (zie daarvoor ook elders op deze website). Vanwege een werkstuk van een nichtje over heeroom janvdbosch@casema.nl, kruisheer in Amerika, in 1968 hier overleden en in Sint Agatha begraven, ben ik toevallig in contact geraakt met Jim Remmerswaal, prior van het kruisherenklooster in Onamia, Minnesota (USA). Jim stuurde me onlangs een boek met overleden kruisheren. Over boeken gesproken: in Sint Agatha is een fantastische hoeveelheid documentatie over de kruisheren. Ook in de Brabant collectie van de Universiteit van Tilburg vind je nogal wat. Ik nam laatst een boek mee over prior G.A. van Mil door J. Scheerder. Het leest als een Henning Mankell. Vooral over het peil van het onderwijs van toen en over de bouw van het college. We gaan op de website een boekenrubriek beginnen. Alleen is de vraag voor wie we dat doen. Maar de werkgroep-Mettes gaat gewoon verder, alleen al omdat het leuk is.

 

Rijen, april 2005/janvdbosch@casema.nl.


Laatst gewijzigd: zaterdag 18 april 2009

Reacties: Jan van den Bosch