Wordt vervolgd ...

 terug naar publicaties werkgroep 


“Als de leraar binnenkomt, staat men op” (42)                            

Feuilleton over de zoektocht van Kees Mettes, Nic van Nuland en Jan van den Bosch (de werkgroep-Mettes) naar het leven van toen op het college van het H. Kruis in Uden (aflevering  42, december 2008)

 

3 4

Al afleveringen lang volgen wij het monopolyspel rond de verkoop van het klooster en de kapel van de kruisheren in Uden. De laatste stukjes verleden glippen ons uit handen. We staan helemaal buiten dat proces, hoewel we als oud-studenten toch ook een beetje mede-erfgenaam zijn van het kruisherenbolwerk dat het ooit was. We moeten het godbetert hebben van bronnen als http://uden.kliknieuws.nl/. Daarin lezen we wat we al wisten, namelijk dat het klooster en de kapel gekocht worden door de Stichting BrabantZorg/Brabant Wonen. Ook het naastgelegen Huize Sint Jan valt onder deze stichting. De stichting met de lange naam gaat het kloosterpand verbouwen tot (18) wooneenheden voor ouderen. Uitgangspunt is dat het klooster als rijksmonument zijn uitstraling behoudt, zo lezen we in de krant van 29 november 2008. De woonzorgappartementen zullen in deze ‘spirituele sfeer’ gebouwd worden. De overdracht van klooster en kapel door de kruisheren gebeurt onder vier voorwaarden, te weten: klooster en kapel moeten bij elkaar blijven (ze staan gelukkig al naast elkaar), de verering van Onze Lieve Vrouw ter Linde moet gewaarborgd worden, de wooneenheden in het klooster zullen met voorkeur aan kruisheren toegewezen worden en de kapel zal door een Beheerstichting Kruisherenkapel gehuurd worden. De Beheersstichting Kruisherenkapel wordt gedragen door drie partijen: de kruisheren, de Stichting BrabantZorg/BrabantWonen en de Vriendenkring Kruisherenkapel vanuit de Udense bevolking. In het Bulletin van december 2008 lees ik dat Rein Vaanhold, Koos Boets en Jan Rooijakkers al om de tafel hebben gezeten met ‘de vrienden van de kruisherenkapel’. ‘Het zijn zeven bekwame en geëngageerde heren die bereid zijn de geplande opdracht om de kruisherenkapel materieel en spiritueel levend te houden op zich te nemen’ meldt het Bulletin. Wie dat zijn is mij niet bekend. Ik heb er trouwens al eerder over geklaagd dat aan betrokkenheid van oud-studenten, die nog waarachtige liefde voor Onze Lieve Vrouw ter Linde koesteren, kennelijk door niemand meer wordt gedacht.  

Volgens de krant gaat de beheersstichting de kapel vijf jaar exploiteren ‘in de geest van de kruisherentraditie en in overeenstemming met het plaatselijke, algemeen-religieus en cultureel belang’. Hoe dat er uit gaat zien is nog niet bekend. Gedacht wordt aan concerten, symposia en andere bijeenkomsten. Volgens Rein Vaanhold mag de kapel in ieder geval nooit een partycentrum worden. ‘Ons is bijna driehonderd jaar geleden gevraagd om zorg te dragen voor Maria ter Linde en dat blijven we ook zo doen, zolang we kunnen’, bezweert Rein. In het Udens Weekblad van 27 december 2008 doet hij er, staande bij de kerststal in de kapel, nog een schepje bovenop: We voelen ons sterk gestimuleerd door de Udenaren. We bloeien juist helemaal op. Daarom weten we dat zij ook ons erfgoed aan kunnen. We kunnen het aan Uden toevertrouwen.’ Vaanhold constateert in de krant verder nog dat de maatschappij niet vlak is geworden. ‘Ik ervaar dat mensen graag luisteren naar iemand die iets te zeggen heeft over de kwaliteit van het leven. Omdat ze zelf zoekende zijn. Rijkdom zit in jezelf, weet wat er in je leeft. Inzien dat ieder mens iets bijzonders heeft, dát is gastvrijheid. Die hebben we 370 jaar in Uden mogen ervaren… en nog.’ De Kruisheren gaan hoopvol de toekomst tegemoet, zo meent de Rein. ‘Onze contacten met de kopers van ons klooster zijn hoopvol. Ze hebben respect voor ons erfgoed en dat geeft ons garanties voor het behoud van de kapel. Maar er is ook oog voor onze kwetsbaarheid. Dat geeft ons vertrouwen, het doet ons goed.’ Jan Rooijakkers, woordvoerder van de kruisheren in de krant, en Ad van Boxmeer, locatiemanager van St. Jan, vinden het alles bij elkaar een unieke kans voor de kruisheren en St. Jan. ‘We hebben dromen aan elkaar verteld. Van de spiritualiteit, de bewuste levenswijze, kun je gebruik maken. Da’s een geweldige en unieke uitdaging.’. Eind 2009 moeten de eerste bouwwerkzaamheden beginnen. Om dan een jaar later het project te voltooien bij het achthonderdjarig bestaan van de orde van de kruisheren. Kunnen wij er heel treffend ons boek Adieu, adieu o Uden presenteren.

5 6 7 8

Intussen gonst het in onze oud-studentenvereniging voorlopig nog van de activiteiten. Dat is ook te merken aan de toevloed van nieuwe bijdragen op onze website. Zo schreef kruisheer Rob Stigter een lange brief vanuit Congo, waar zijn standplaats Mulo weliswaar gespaard is gebleven, ‘maar niet zo ver van hier heeft de bevolking weer zwaar te lijden van plunderingen door alle strijdende partijen: soldaten van Nkunda, soldaten van het regeringsleger en de Mai Mai. Tien duizenden mensen zijn opnieuw op de vlucht geslagen om in de open lucht de nacht te moeten doorbrengen zonder eten en zonder dekens. De meesten weten na enkele dagen familieleden of vrienden te bereiken die het echter ook al niet breed hebben. Via de parochies wordt er nu voedsel, kleding en brandhout ingezameld en verdeeld onder de vluchtelingen (…) Ondanks alles wat er de laatste weken is gebeurd geven we ons niet over aan moedeloosheid.  Nadat de scholen in Mulo hun poorten hadden gesloten gedurende een week, vanwege het naderende onheil, zijn nu de lessen weer begonnen. De internen die de wijk hadden genomen naar Butembo en Béni, zijn weer terug. Ons instituut voor filosofie en psychologie heeft geen onderbreking gehad. Ook de professoren, die van Butembo moesten komen, hebben zich niet laten weerhouden. Dat is ook een soort protest tegen de oorlog en de wanorde: doen of er niets aan de hand is.’ Rob geeft vervolgens een indrukwekkend overzicht van alle lopende projecten. Op de foto zie je Rob als jong kruisheer in Amerika samen met Bert Zonnenberg onder de goedkeurende blikken van generale overste mgr. Van Hees en van mijn heeroom Jan van den Bosch en nog een mij onbekende kruisheer. Het moet vóór najaar 1968 zijn geweest, want toen is mijn heeroom - op vakantie in Nederland -  plotseling overleden. Misschien wil Rob ons nog eens vertellen waarom hij daar in Amerika rondhing. 

Jan van Driel stuurde me een informatief én humoristisch verslag van de activiteiten de fotowerkgroep (met daarin naast Jan van Driel ook Thijs Kappen, Cees Klessens en Harrie van Rijbroek). Je kunt dat verslag in zijn geheel op deze website lezen bij ‘diverse publicaties’. Aanvankelijk had de werkgroep het visionaire idee een ‘beeldbank OSCOSC’ te maken. Nu wordt gekoerst op een dvd voor de reünie van april 2009. Het is nog een hele kunst om een selectie te maken uit het grote aanbod van foto’s uit de fotoalbums die we van het Udens College hebben gekregen. Vooral de klassenfoto’s zijn erg mooi, lees ik in het verslag van Jan, en ook dat het grootste probleem wordt de juiste informatie aan de foto’s toe te voegen. Geweldig wat de fotojongens aan het doen zijn. Gelukkig heb ik Jan Berns zo ver weten te krijgen dat hij - groot verhalenverteller en begiftigd met een geheugen als een olifant - zo ongeveer elke maand een korte vertelling voor onze website op papier zet. Voor die reeks hebben we de wat onnozele titel Stil jongens, Jan Berns vertelt bedacht. In de afgelopen weken zijn de vertellingen 7 en 8 op de website verschenen. De achtste gaat over de kruisheer Villevoye. Je ziet hem hier op de foto bij het afscheid van Appie Vink van het Udens College in 1978. Villevoye gaf wiskunde in de lagere klassen. Hij was ook de hoffotograaf van het college. Jan Berns herinnert zich vooral dat Villevoye er op hamerde dat we op de eerste plaats in Uden waren om te studeren. Enfin, lees het met veel humor geschreven stukje van Jan er maar eens op na en kijk naar de mooie foto’s. Villevoye was in 1910 in Borne geboren en in 1939 priester gewijd. Hij overleed in het klooster in Uden op 3 november 1990. Villevoye wilde er niet van weten dat hij oud en gebrekkig werd. Kruisheer Groot in zijn In Memoriam over zijn confrater: ‘Om te laten zien hoe vitaal hij was nam hij nooit de lift, maar altijd de trap. Een hometrainer wilde hij niet. Zo’n ding staat stil, zei hij, en je kunt er nergens mee komen en je maakt je nog moe ook. Ook van een stok als steun wilde hij niets weten, want hij voelde zich niet oud.’ Villevoye heeft 35 jaar elke zondag de hoogmis gedaan bij de zusters brigitinessen. Hij is ook lange tijd godsdienstleraar op de Mulo in Veghel geweest en hij was oop magister op de kweekschool. Villevoye was trouwens toch een hoogmisexpert. Harrie van Rijbroek vertelde me bijvoorbeeld nog dat Villevoye, toen Harrie misdienaar was in de St. Lambertuskerk in Veghel, in afwisseling met zijn confrater Nijkamp celebrant was bij de zondagse hoogmis van half elf. ‘Ik heb vele malen bij hem de mis gediend, ook door de week als de kruisheren in Veghel kwamen assisteren door het lezen van missen op een van de zijaltaren (door de week was het hoofdaltaar namelijk alleen beschikbaar voor de hoogeerwaarde deken en zijn drie kapelaans). Villevoye kon de mis rap doen.’ Zelf heb ik eindelijk ook mijn artikel over de Expo ’58 af. Het staat nu dank zij de niet aflatende zorg van Thijs Kappen op de website te pronken naast al die andere mooie teksten. Het is overigens wel een wonder dat de blote billen door het nihil obstat van de magister zijn gekomen.  

9 10 11
12 14 13

 Een van de oud-studenten die het ver geschopt heeft is Anton van der Geld. Vandaar dat hij regelmatig in dit feuilleton opduikt (zie bijvoorbeeld  de afleveringen 19 en 31). Zie ook www.professorantonvandergeld.nl, www.benelux-universitair-centrum.org  en www.speakersacademy.nl. Anton was op het college in Uden voorzitter van het O.O. in het schooljaar 1961-1962. Op de foto zie je dat O.O. met staande van links naar rechts: J. Schouten, S. Witteveen, B. Swinkels, K. Michielse, L. van Galen en L. van Beurden en zittend van links naar rechts: J. Aartman, J. Vink,  Anton van der Geld zelf, K. Mettes, N. van Nuland en H. Eijgenraam. Professor dr. Anton van der Geld is gezondheidspsycholoog, klinisch psycholoog en psychotherapeut en is opgeleid in Utrecht, Leuven en Tilburg. Hij heeft een consultatiepraktijk in Den Bosch en is hoogleraar-president van het door hem in 1988 opgerichte BeNeLux Universitair Centrum (B.U.C.). Het B.U.C. heeft de bevordering ten doel van de wetenschappelijke en culturele samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg. Zij heeft een centrum voor wetenschap, cultuur en humaniteit gerealiseerd, gesitueerd in een dynamisch Europa. van deze samenwerking is met name gericht op het geven van onderwijs en vorming van professionals. Anton schreef zeven boeken, lees ik in de internetencyclopedie Wikipedia en talloze artikelen en columns. Zijn laatste boek draagt de titel Balans in ons leven? Anton is rijk geridderd: in Nederland tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, in België tot Grootofficier in de Orde van Leopold II, in Luxemburg tot Commandeur in de Orde van de Eikenkroon en in Vaticaanstad tot Commandeur in de Orde van Gregorius de Grote. In 2006 ontving Anton als eerste de Majoor Bosshardt Prijs-voor-een-betere-samenleving.   

Ik kijk nogal tegen Anton op. Omgekeerd heeft Anton een zwak voor mij. Dat was al op het college zo. Anton fotografeerde toen veel en heeft ook mij in 1961 eens op de Markt in Uden voor het gemeentehuis geportretteerd. Eerder maakte hij al eens een onsterfelijk mooie foto van mijn zus Leontine en mij. Wij waren toen in de vakantie (1960?) vanuit Oosterhout helemaal naar Den Bosch gefietst om Pa de Wilt in het ziekenhuis te bezoeken. Op de terugweg zijn we bij Anton in Drunen aan geweest. Leontine was in dat jaar ook met mijn moeder mee naar de ouderdag op het college. In haar Brigitte Bardotjurkje ving zij toen ontelbare steelse blikken van de jongens. Anton had al een auto, meen ik, toen hij nog op het college zat. In die bolide van Anton, heb ik me laten vertellen, betrad Nic van Nuland kort na de tijd in Uden het pad van de liefde. Terwijl Kees Mettes voorin op hoog niveau converseerde met Anton van der Geld, moest Nic namelijk achterin de nauwe ruimte delen met Kees’ zus Marijke en haar vriendin. Anton laat mij nog steeds delen in grote gebeurtenissen. Zo waren mijn vrouw en ik op 29 november j.l. te midden van ministers, ambassadeurs en generaals te gast op de Koninklijke Militaire Academie in Breda voor de uitreiking van de Europaprijs 2008 door Anton als president van het B.U.C. aan onze minister-president Balkenende en aan de gewezen Belgische minister-president Martens. We beluisterden er onder meer een humorvolle feestrede van Mark Eyskens, ook al een oud-premier van België. Zo kreeg hij, sprekend over de financiële crisis, de lachers op zijn hand met een citaat uit Caesar: ‘Horum omnium fortissimo sunt Belgae’. Na afloop drukte Balkenende me de hand en benadrukte hij het belangrijk te vinden dat we onze verantwoordelijkheid zouden blijven waarmaken. ‘Wat zou jij aan de crisis doen, Jan’, vroeg hij me, waarop ik spontaan aan Jan Peter repliceerde: ‘Ik zou Nic van Nuland gelijk generaal van de kruisheren maken.’  

 

15 16 17 18

Uit de omvangrijke fanmail vis ik deze keer een brief van kruisheer Edwin Latumeten uit St. Agatha. Edwin dook in aflevering 30 voor het eerst in dit feuilleton op, toen Kees Mettes verslag deed van een wandeling over de Bedafse Bergen, waarbij Edwin als fotomodel optrad. Nadien kwamen wij Edwin geregeld tegen als wij in het klooster in St. Agatha aanklopten om archiefonderzoek te doen. Ik vroeg hem nog eens wat herinneringen aan zijn collegetijd op te halen. Edwin is in 1958 op het college in Uden begonnen. In 1965 stapte hij over naar het noviciaat. Aangezien hij de enige geroepene van zijn klas was trad hij daarom in Diest in. Na noviciaat en filosofie is Edwin in 1969 naar Indonesië gegaan om in Bandung zijn theologische studie af te maken. Op 15 augustus 1973 is hij in Subang in aanwezigheid van zijn ouders door Mgr. Arntz tot priester gewijd. Edwin heeft 34 jaar in Indonesië gewerkt, waarna hij in 2007 naar Nederland is teruggegaan vanwege de priesternood hier. Zijn werk is momenteel de Indonesische gemeenschap in Nederland (Keluarga Katholik Indonesia) te verzorgen met een maandelijkse Mis en geloofsverdieping in Tilburg, Den Haag en Helmond. Na iedere Mis is er altijd gezamenlijk eten (rijsttafel) voor alle mensen, gratis, want dan smaakt het dubbel lekker, zo schrijft Edwin me.  

Edwin schrijft verder dat hij altijd heel graag op het college is geweest, waar hij mooie en leuke ervaringen heeft opgedaan. Een paar daarvan. Tijdens de Engelse les valt pater Toon van den Elsen met zijn stoel van het verhoog. De studenten moeten daarom erg lachen en vergeten hem te helpen, terwijl Van den Elsen alsmaar roept: ‘Help, help mij nou!’ Op een dag ziet Edwin pater Gielissen en pater Van der Wijst in gesprek in de gang. Gielissen staat aan de achterkant (aan zijn achterwerk) te krabben, Van der Wijst aan de voorkant. Het was een heel mooi schouwspel, vond Edwin. Onder de wandelingen ging Edwin vaak naar huis, al was dat verboden. Zijn moeder vond het heel leuk, vooral als ze Indonesische koekjes had gemaakt. Dan werd er in de recreatie weer omgeroepen: wil Latumeten even bij de rector komen. Die zei dan: ‘Ben je weer thuis geweest, dat moet je niet meer doen, je moeder zal dat niet leuk vinden.’ Edwin legde hem toen uit dat zijn moeder het juist wel leuk vond. ‘Hoe meer vrienden ik meebreng, hoe leuker ze het vindt, want hoe meer zielen, hoe meer vreugd!’ Toen ik na het stukje over Edwin ingetikt te hebben boodschappen ging doen zag ik aan de achtergevel van de Nettorama in Oosterhout grafitti met een wel heel bekende afkorting. Het komt nu wel heel dichtbij.

19 20 21 22

Ons leven is drastisch veranderd sinds we naar Denderleeuw zijn geweest. Daar is het kleinste en leukste convent te vinden uit de hele kruisherenorde. Het bestaat slechts uit drie man: Bert van de Ven, Fritz Timmermans en Edgar Claes. Op de site
http://www.dfdenderleeuw.be/Het%20hoekje%20van%20Herman/Kruisheren_1.shtml kun je de geschiedenis van de kruisheren in Denderleeuw lezen. Ze zitten er nog maar vanaf 1947 toen ze met katholiek onderwijs voor jongens begonnen. In 1989 is het H. Kruiscollege overgegaan naar een particuliere onderwijsstichting. De kruisheren zouden Denderleeuw hebben verlaten als er in 1993 geen bomauto was ontploft voor de basiliek van San Giorgio, de door de kruisheren bediende kerk in Rome. Naast deze kerk bevindt zich het generalaat van de kruisheren. Ook aan het kruisherenklooster werd grote schade aangericht. De toenmalige generaal Graus zag zich daardoor genoodzaakt om te zien naar een andere tijdelijke behuizing en dat werd het klooster in Denderleeuw. Zodoende is het klooster toen niet verkocht. In 1999 begon rector Jan Henckens (in 2000 overleden) met Bert van de Ven en Edgar Claes een nieuw spiritueel project. Het klooster is vanaf dan een kruispunt waar wegen en mensen elkaar kruisen, waar schoonheid wordt geschapen, waar men zich kan bezinnen, waar vluchtelingen niet worden afgescheept en waar de Oxfam-wereldwinkel een plaats heeft gekregen.

Het was voor de leden van de werkgroep-Mettes wel even zoeken waar Denderleeuw nu precies ligt. Het is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen bezuiden Aalst. Bert van de Ven had het tapijt al voor ons uitgerold en beloofde - afkomstig uit Uden - al snel enige herinneringen aan het college toe te sturen voor in dit feuilleton. Fritz Timmermans liet ons zijn onlangs op de boekenbeurs van Antwerpen gepresenteerde dichtbundel ‘Kruis, de weg van het leven’ zien en nodigde ons en passant uit voor een tentoonstelling ‘in poëtisch kader’ in maart 2009 in het Kruispunt Denderleeuw. Edgar Claes, kunstenaar in een verder kunsteloze orde, serveerde ons hazenbout en liet ons daarna het klooster zien, culminerend in een bezoek aan zijn atelier. Daar heeft Edgar zijn wereldberoemde ‘Hogere Leergangen voor de Kunstboekband’. Edgar wijdt daar vele leerlingen in de kunst van de ‘zwevende rug’ in. In het Kruisherenbulletin van december 2008 wordt bijvoorbeeld verteld over de wonderlijke zwervende Ierse monnik Patrick Duddie (‘Good morning brother’) die in het atelier van Edgar zijn boek komt afwerken. Ons bezoek aan Denderleeuw heeft daar kennelijk grote indruk achtergelaten, want in het Bulletin van december lezen we ook: ‘Nic van Nuland van de Stichting Sint Aegten was samen met twee oud-leerlingen van Uden op bezoek. Ze werken aan een boek over de kruisheren in Uden, maar waren benieuwd het meest westelijke huis van de orde in Europa te leren kennen. De bewoners vielen ook mee.’ Op de terugweg naar huis sloegen we in Dendermonde de verkeerde weg in. Onze zwerftocht eindigde in volslagen duisternis op een doodlopend modderpad in Denderbelle. Daar hebben wij toen een eigen convent opgericht. Nic runt er nu een spiritueel centrum (thema deze maand: religie als vertroostende illusie, thema volgende maand: leven als kortstondig bedrog), Kees heeft een atelier ingericht (waar hij verder werkt aan zijn concept van driedimensionale objecten die je het gevoel geven ziende blind te zijn) en ik zit aan de oever van de Dender te staren naar het naar het noorden vlietende water. We zijn nu voortaan slechts nog bereikbaar poste restante ‘In ’t Paauwke’, Denderbelle (verzoeke voldoende te frankeren).

Oosterhout, 31 december 2008/Jan van den Bosch.


Laatst gewijzigd: zaterdag 01 augustus 2009

Reacties: Jan van den Bosch